Dankzij onze gastbloggers kunnen we prachtige avonturen delen op ons platform. Dit maal een verhaal van een 'worldschooling' familie die momenteel rondtrekt in Ecuador.
Het is alweer een jaar geleden dat we de bergen van Ecuador hebben gezien. Vier maanden in de Amazone-streek en acht maanden in het nevelwoud hebben ons al helemaal doen vergeten hoe boeiend ook de kale hoogtes kunnen zijn. Waar de vegetatie uniform wordt en de lucht zo dun is dat er maar weinig vogels nog kunnen vliegen, hier vindt de wandelaar een rust die er in het bruisende oerwoud niet is.
Het is een hele dag bus rijden om van Tena in de ‘Oriente’ naar Guaranda in de ‘Sierra’ te geraken. Guaranda wordt ook eens het Rome van de Andes genoemd. Het is een weinig passende bijnaam. De stad heeft met Rome niets gemeen, maar is voor een Zuid-Amerikaanse provinciehoofdstad tenminste nogal aangenaam. Als het redelijk grote gezin dat we zijn – twee ouders en vier kinderen – is Ecuador geen eenvoudig terrein als het gaat over hotels. Kamers worden hier per persoon verhuurd en kinderen betalen zonder meer de prijs van volwassenen. Hierdoor kan zelfs een nacht in een gunstig hotel vlug op 60 dollar uitkomen. Het is daarom steeds weer zoeken tot we een hotel vinden dat bereid is hiervan af te wijken. Na twee uur vinden we een aangename kamer met vier bedden voor 20 dollar.
De volgende ochtend, goed geacclimatiseerd na een nacht op 2600 meters hoogte, nemen we de bus naar Salinas de Bolívar, een dorp op 3550 meters hoogte en onze eigenlijke bestemming. Hier zijn we van plan een maand door te brengen. Voor onze reizen door Ecuador hebben we anderhalf jaar geleden de perfecte methode gevonden. We mijden hotels en ook vrijwilligerswerk is niet het juiste voor ons. We huren huizen, en wel per maand. Een maand is voor ons de perfecte duur voor een verblijf. Net lang genoeg om een plek intensief te verkennen. Net kort genoeg opdat er geen dagelijkse sleur ontstaat. We duiken dieper in het lokale leven in en het is bovendien zeer betaalbaar. We vinden onze huizen niet op websites of reisgidsen. We vragen gewoonweg op straat of iemand een huis kent dat te huur staat. In Salinas loopt het goed. Binnen een half uur hebben we een appartement gevonden. Twee slaapkamers, keuken, badkamer met warm water – beter kan het niet. De maandhuur van 150 dollar betalen we vooraf.
Al op onze eerste wandelingen zien we dat we zeker niet te veel hebben verwacht van Salinas. Het is een wandelparadijs. Pijnbomen, weiden, steenwegen ertussen, koeien en paarden. Het is even wennen aan de grote hoogte. Ten Noorden van het dorp zijn er verschillende paden naar de hoogvlakte rond de Chimborazo. De Chimborazo is de hoogste berg van Ecuador. Hij staat er verheven en prachtig, met sneeuw bedekt. We zullen hem niet beklimmen, maar we zullen de vlaktes eromheen verkennen. En hiervoor hebben we een paard nodig – vinden de kinderen.
De volgende dag is het dierenmarkt in Simiatug, een indigeens dorp 20 kilometers verder. We mogen meerijden met onze buurman. De markt is een rumoerig, winderig plein. Er worden koeien, paarden en lama’s verkocht. We zijn een beetje laat en de gunstige paarden zijn al weg. Maar we kunnen het een of andere paard proefrijden. Terug thuis vragen we in het dorp of iemand een paard verkoopt. Het blijkt dat er een oude schimmel te huur is. Deze is perfect voor onze twee meisjes die nog kleiner zijn en met een jonge, moeilijk te rijden hengst niet veel kunnen beginnen. Huren is ook beter dan kopen omdat het paard dan meteen op de weide van de eigenaar kan blijven staan. Onze eerste paard hebben we dus al. Een tweede vinden we een week later op de markt. Voor 250 dollar kopen we een driejarige hengst voor de jongens. Nu staat onze uitgebreide wandelingen door de páramo niets meer in de weg.
Om de hoogvlaktes te bereiken, moeten we twee uur uit een eenzaam dal omhoog stijgen. Op 4000 meters staan de laatste bomen. Het zijn pijnbomen die hier niet van nature groeien. Een Italiaanse pastor heeft ze ingevoerd en daarmee onder andere de verzorging met vuurhout gewaarborgd. Vandaag de dag wordt echter duidelijk dat de bomen de grond leegzuigen en in het droge seizoen veel minder water ter beschikking staat. Op 4200 meters bereiken we de hoogvlakte. Ver beneden zien we een eindeloos wolkentapijt. Het zicht is zoals vanuit een vliegtuig. De Chimborazo troont nog eens 2000 meters boven ons. De rust van de plek is boeiend. Er is geen enkel geluid, volledige stilte. Midden in het hoge gras zijn er hier en daar plekken van kort gras waar het heerlijk zitten is.
We verblijven twee maanden in Salinas en wandelen nog vaak naar de hoogvlakte. Dan is het afscheid nemen van Einstein, onze witte schimmel. We moeten hem achterlaten. Maar Schwarzfuß, het bruine paard, nemen we mee. Een verblijf op een eenzame boerderij in het nevelwoud staat ons te wachten…
We hebben ook een kleine film gemaakt over onze wandelingen rond Salinas. Je kunt hem hieronder bekijken.